Ingrediënten:
8 lamskoteletten – selderijzout – 1 eetlepel maismeel – tabascosaus – paprikapoeder, cayennepeper – olie – 200 gram rijst – 4 bananen – 2 eetlepels azijn- 2 dl bouillon – 1 sinaasappel – zout, peper



Voor het beslag:
100 gram bloem – 1 eetlepel olie – 1,5 dl lauw water – 1 eiwit – zout

Bereiding:
Maak het beslag. Zeef de bloem en leg ze in een bergje in een kom. Doe de olie en het zout in het midden en bewerk het met een houten lepel, waarbij met beetjes het water wordt toegevoegd. Zorg voor een glad deeg, iets dikker dan dat van crêpes. Laat het deeg een uur rusten. Was de sinaasappel. Haal er de dunne oranje schil af, hak die fijn en blancheer ze 5 minuten in kokend water. Spoel ze daarna onder de koude kraan af. Kook de rijst. Meng wat paprikapoeder, zout, maismeel en selderijzout. Sprenkel enkele druppels tabascosaus op elke kotelet en bestrooi ze met het mengsel, zodat ze goed bedekt zijn. Klop het eiwit stijf en meng het onder het beslag. Verhit wat olie in een pan en sauteer hierin de koteletten aan beide kanten bruin. Verhit de friteuse. Snij de bananen in rondjes, drenk ze in het beslag en gooi ze in de hete friteuse. Laat ze bruin worden. Verdeel de rijst in vier porties. Haal de koteletten uit de pan en leg ze op de hete serveerschaal. Blus de pan af met de azijn en de bouillon, voeg de sinaasappelschil toe, laat voor de helft inkoken op hoog vuur, voeg het sap van de sinaasappel toe, controleer de smaak, geef er nog wat cayennepeper bij en geef wat saus over de koteletten. Leg in het midden van de schaal de bananenbeignets en serveer.