Züricher Geschnetzeltes

Ingrediënten:
300 gr kalfsvlees (varkensvlees of kipfilet is ook mogelijk)
2 sjalotjes
1 teentje knoflook
200 gr bruine champignons
40 gr bloem
2 eetl boter
3 – 4 eetl zonnebloemolie
50 ml witte wijn
100 ml vleesbouillon
250 ml (kook)room
peper
zout
Peterselie voor de garnering

Bereiding:
Het vlees (tegen de draad in) in ca. 0,5 cm dikke reeepjes snijden. Schil de sjalotjes en de knoflook en hak deze fijn. Maak de champignons schoon en in vieren snijden. Bestuif het vlees met de bloem.

Verhit de boter en olie in een pan. Het vlees aanbakken 6 minuten op redelijk hoog vuur, zet daarna even aan de kant (het is dus nog niet gaar). Probeer het overtollige braadvocht op te vangen voor later gebruik in de saus.

Bak de champignons in dezelfde pan. Voeg de sjalotten en knoflook toe, bak 2 minuten en blus af met de witte wijn. Laat de wijn volledig verdampen.

Voeg eerst de bouillon en daarna de room toe, laat het aan de kook komen en kook het in tot een gebonden maar niet te dikke saus. Voeg het uitgelekte braadvocht van het vlees toe en laat het nog een beetje verder inkoken.

Breng op smaak met peper, zout en kruiden. Voeg het vlees toe aan de pan en laat maar kort opwarmen.

Garneren met fijn gehakte peterselie.

Kruiden die het goed doen in de Zuricher Geschnetzeltes zijn peterselie, salie en bonenkruid.

Lekker met Rösti, Kartoffelpuffer, Spätzle, gebakken krieltjes of Schupfnudeln.

Schupfnudeln

Ingrediënten:
500 gr aardappelen
150 gr bloem
1 heel ei
1 eigeel
zout
nootmuskaat
2 eetl boter
beetje bloem voor bestuiven van het werkvlak

Bereiding:
Om het Schupfnudeldeeg te maken, kookt u de aardappelen in de schil ongeveer 25 minuten in ruim gezouten water en spoelt u ze af met koud water om het schillen gemakkelijker te maken.
Bloemige aardappelen zijn het lekkerst omdat ze meer zetmeel bevatten en daardoor het deeg beter zal binden. Kook de aardappelen met schil. Dit betekent dat ze minder water opnemen. Dit resulteert in een droger deeg waarvoor minder bloem nodig is.

Schil de aardappelen terwijl ze nog warm zijn en druk ze terwijl ze nog lauw zijn, stamp je ze fijn met de pureestamper of druk ze door een aardappelpers/pureeknijper. Breng op smaak met zout en vers geraspte nootmuskaat en meng snel met de bloem, het ei en de eidooier tot een soepel deeg.

Verdeel het deeg in vier delen op een met bloem bestoven werkvlak en rol het uit tot gelijkmatige slierten van ca. 1,5 cm dik. Snijd vervolgens met een mes of een deegkaart stukjes deeg van ongeveer 2 cm van de rol en rol deze met je handen tot balletjes. Uit deze ballen worden de Schupfnudeln gevormd.
De stukken worden tussen de handpalmen of op een houten plank met een licht gebogen hand in de typische Schupfnudel-vorm worden gerold.

Breng een grote pan water met zout aan de kook voor de Schupfnudeln.

Kook de afgewerkte Schupfnudeln (portie gewijs) ongeveer 2 a 3 minuten tot ze naar de oppervlakte komen. Haal met een schuimspaan de schupfnudeln uit de pan en laat ze op een met olie ingevette bakplaat of ruime schaal afkoelen. Olie voorkomt dat ze aan elkaar gaan plakken. Wil je ze bewaren voor later gebruik of invriezen, haal ze dan even door wat zonnebloemolie.

Bak de Schupfnudeln in een koekenpan met boter lichtbruin, eventueel met zout en/of wat paprikapoeder op smaak brengen en onmiddellijk serveren.

In de onderstaande duitse video laat Bea zien hoe eenvoudig het is.

video
play-sharp-fill

Indische Bloemkool

Ingrediënten:
1 bloemkool
2 uien
3 tenen knoflook
2 cm verse gember
2 tomaten
8 el ketjap manis
1 rode peper
1 tl laos
1 mespunt kruidnagel
1 tl nootmuskaat
1 kopje water
zout en peper

Bereiding:
Snijd van de bloemkool kleine roosjes en bak deze aan in een scheut olie. Zorg ervoor dat de olie goed heet is, voordat je de bloemkool gaat bakken.
Als het kleurt haal je het uit de pan en laat je het uitlekken op keukenpapier.

Snijd de uien en knoflook en bak ze aan in een pan met olie. Snijd de gember in plakjes en voeg de gember toe.
Snij de tomaat en peper in kleine blokjes. Doe de laos, kruidnagel en nootmuskaat bij de uien en bak ze in ongeveer 2 minuten aan.

Voeg de tomaat, peper en de ketjap toe aan de pan. Voeg het water toe en breng het aan de kook.
Doe vervolgens de bloemkool erbij. Kook de bloemkool met de deksel van de pan tot deze gaar is en de saus lekker dik is geworden.

Lamsstoofvlees met witte bonen

Ingrediënten :
500 gram gedroogde witte bonen
750 gram lamsstoofvlees
6 Turkse knoflookworstjes, in plakjes
1 ui, gesnipperd
2 teentjes knoflook, gehakt
3 stengels bleekselderij, in stukjes
1 winterpeen, in stukjes
1 el gedroogde tijm
1 rode paprika, in reepjes
600 ml warme runderbouillon
olie om te bakken
peper of pul biber (Turkse pepervlokken)
zout
een bosje bladpeterselie ( ong. 30 gr ), gehakt

Bereidingswijze :

De avond vooraf: Doe de bonen in een vergiet en spoel ze af onder de kraan. Doe ze over in een grote kom en zet ze flink onder water. Houd er rekening mee dat de bonen veel water opnemen, dus zorg dat je kom groot genoeg is en dat er genoeg water in zit.

Kook de bonen gaar in 60 tot 90 minuten. De precieze kooktijd is afhankelijk van het soort bonen dat je gebruikt en hoe oud ze zijn. Proef dus tussendoor om te controleren hoe gaar ze zijn. Laat ze na het koken uitlekken in een vergiet.

Verhit wat olie in een grote braadpan. Bak hierin het lamsvlees rondom bruin aan.
Voeg dan de ui en de knoflook toe. Bak mee tot ze glazig zijn.
Doe dan de bleekselderij en de winterpeen er bij en bak die ook even mee.
Voeg ook de tijm toe. Schenk dan de warme bouillon erbij en breng aan de kook.
Laat minstens 2 uur op een laag vuurtje zachtjes stoven of 7 uur in de slowcooker op de lage stand.

Als het vlees gaar is voeg je de witte bonen, paprika en Turkse knoflookworst erbij.
Laat nog een minuut of 10 zachtjes pruttelen.
Breng het lamsstoofvlees met witte bonen verder op smaak met zout en peper of pul biber.

Roer de peterselie er door en dien op.

Dit lamsstoofvlees met witte bonen is lekker met wat stokbrood of Turks brood

Thaise Kip met Pindasaus


Kai Panang / พะแนงไก่
Ingrediënten:
8 kippendijen
1 ui, fijngesnipperd
2 teentjes knoflook, geperst
4 cm gember, geraspt
1 rode peper, fijngehakt
1 stengel citroengras, gekneusd
2 tl korianderzaad, gemalen
3 eetlepels sojasaus
1 a 2 eetlepels Thaise vissaus (naar smaak)
Pakje/blikje kokosmelk
Sap van 1 limoen
100 gram geroosterde pinda’s, fijngehakt (of een paar eetlepels pindakaas)
Olie

Bereiding:
Maak een boemboe van de ui, knoflook, gember, koriander en rode peper. Bak de boemboe in een beetje olie tot de geuren vrij komen.
Blus af met de kokosmelk, sojasaus, de limoensap en vissaus. Goed mengen en vervolgens de kip in de saus leggen.
Op laag vuurtje ongeveer een half uur laten sudderen of 3 uurtjes op low in de slow cooker.
De stengel citroengras verwijderen.
De kip uit de pan halen en de gehakte pinda’s aan de saus toevoegen en goed roeren.
Even laten doorsudderen tot de saus begint in te dikken, als de saus te dik is wat water toevoegen.
De kip terug in de saus leggen en eventueel garneren met koriander, bosui en Thaise basilicum.

Fårikål – Noors lamsstoofpotje

Fårikål is het nationale gerecht van Noorwegen en met zelfs een eigen ‘feestdag’ namelijk de laatste donderdag van september.

Ingrediënten:
1,5 kg lamsvlees van de borst of bout met bot.
1,5 kg witte kool
4 tl zwarte peperkorrels
2 tl zout
3 a 4 dl water
2 eetlepels tarwebloem (optioneel)

Bereiding:
Verwijder de buitenste bladeren van de kool, snij de kool doormidden en vervolgens de helften weer in parten (ongeveer 4 per helft).
Snij de lam in grove stukken en laat de botten erin/erbij. Dit geeft extra smaak.
Neem een flinke pan, begin met een laag lamsvlees met het vet naar onder, daarop een laag kool, strooi zout, hele peperkorrels en eventueel een beetje tarwebloe op de laag.
Herhaal dit tot vlees en kool op is. De tarwebloem is nuttig als u een wat dikkere saus wilt, maar het is niet noodzakelijk.
Breng alles aan de kook en draai als het kookt het vuur klein, laat alles in 2,5 tot 3 uur zacht stoven tot het vlees van het bot valt.
Lekker met gekookte aandappelen.

Experimenteel van aard? Laurierblad en wortel toevoegen, men kan het water ook gedeeltelijk vervangen door donker bier. Een Bouillonblokje en of tijm toevoegen zijn ook opties.

In de slowcooker is ook mogelijk, bouw de lagen op in de pot en overgieten met water wat aan de kookgebracht is. 3,5 a 4 uur op de hoge stand of 6 tot 8 uur op de lage stand tot het vlees zeer mals is.

Tip: indien je geen peperkorrels wil ‘vissen’ dan kan je die ook in een kruidenbuil of thee-ei doen.

Iets over? Opgewarmd is het gerecht zo mogelijk nog lekkerder, invriezen kan ook.

Pastei Tutup


Ingrediënten:
1 ui gesnipperd
1/2 winterwortel grof geraspt
1/2 prei in halve ringetjes gesneden
300 gr rundergehakt
100 gr diepvries doperwtjes
1/2 verpakking soe-oen (glasnoedels)
1 bouillonblokje
Indische kruiden
Sambal
Peper en zout
2 gekookte eieren
1 losgeklopt ei

Voor de puree:
3 aardappelen
Melk
1 eetlepel roomboter
Nootmuskaat
Peper en zout
1 eidooier

Bereiding:
Kook de aardappelen gaar en maak met de melk en boter hier een smeuïge puree van. Roer als de puree klaar is hier de eidooier door. Op smaak afmaken met de nootmuskaat, peper en zout.
Fruit de ui even aan en voeg de wortel en prei toe. Verkruimel het bouillonblokje in het mengsel en bak deze even mee. Kook ondertussen in een pannetje de diepvries doperwten 5 minuten tot ze beetgaar zijn.
Zet de doperwten en gefruitte groente even in een kommetje apart en bak in dezelfde pan het gehakt rul voeg de gewenste indische kruiden en sambal toe (ik gebruikte de boemboe voor Nasi Goreng).
Voeg de gefuitte groente en doperwten toe als het gehakt gaar is. Week of kook de Soe-oen volgens aanwijzing op de verpakking en wanneer klaar voeg de uitgelekte Soeoen aan het groente-gehaktmengsel toe. Alles goed vermengen en proef of alles op smaak is en zonodig aanpassen.

Vet een ovenschaal in en doe hierin de groente-gehakt-soe-oen mengsel. Snij de gekookte eieren in plakjes en leg deze op het mengsel. Dek af met een laag puree.
Maak er desgewenst wat leuke figuurtjes in en bestrijk de aardappelpuree met het losgeklopte ei. Zet de ovenschaal in het midden van de oven om er een mooi goudbruin korstje op te laten komen.

Deze hoeveelheid is genoeg voor 2 a 3 personen.

Tonijntartaar uit Saint-Jean-de-Luz


Tartare de thon rouge de Saint-Jean-de-Luz

Ingrediënten:
250 gr rode tonijn
1 oester (optioneel)
3 tomaten
4 milde Padrónpepers of Espelette-peper
1 rode paprika
1 sjalotje
sap van 1/2 citroen
1/2 tl mosterd
50 ml olijfolie
Bieslook
Peper en zout naar smaak

Vinaigrette:
Mosterd
Olijfolie
Sherryazijn
Peper en zout naar smaak

Bereiding:
Snij met een mes de tonijn zeer fijn (stukjes van 2 a 4 mm)
Besprenkel de paprika met olijfolie en bak deze in de oven op 180 graden.
Laat paprika afkoelen en pel het vel eraf en snij deze ook in 2 a 4 mm stukjes.
Snipper de sjalot eveneens blokjes van ongeveer de gelijke grootte als de tonijn en paprika
Hak de bieslook fijn.

Meng de tonijn, sjalot, paprika en bieslook en zet koel weg.
Snij een kruisje aan de onderzijde van de tomaat en blancheer deze een halve minuut in kokend water. Haal het vel van de tomaat en snij deze in vieren.
Zaadlijsten verwijderen en het tomatenvlees in smalle reepjes snijden. Bestrooien met een beetje zout.

Maak de vinaigrette van mosterd, olijfolie sherry-azijn, peper en zout

Voeg aan halve theelepel en een paar druppels citroensap toe aan de tartaar. Indien u een Oester gebruikt, pureer het oestervlees en doe het met het oesternat bij de tonijntaar.
Op smaak brengen met peper en zout.
50 ml olijfolie toevoegen en goed mengen. Zet koud weg tot serveren.

Garneren met bijv. reepjes tomaat, kervel bieslook en slablaadjes en besprenkelen met de vinaigrette.
Ook geschikt om als amuse op een lepel, in een klein glas of toast te presenteren.

De tonijn moet zeer vers zijn en geschikt voor rauwe consumptie. Vraag bij de vishandel tonijn voor sushi dan bent u 100% zeker.
De bereiding kan eventueel uitgebreid worden met fijn gesneden zure augurk en of zure appel (Granny Smith), in de Zuid-Franse tonijnhoofdstad Saint-Jean-de-Luz heeft zo mogelijk elk restaurant zijn eigen variant.

Kalfswangetjes


2 kalfswangetjes (+/- 600 gr)
1 grote ui voor de marinade
1 geplet teentje knoflook voor de marinade
1/2 fles volle rode wijn voor de marinade

2 middelgrote uien, grof gesneden plus de gemarineerde stukken ui
1 winterwortel, in schijfjes van een halve centimeter
1 stengel bleekselderij, in stukjes van 1 cm.
100 gr knolselderij in blokjes van 1 cm.
100 gr gerookte spekblokjes
100 gr gedroogde pruimen
1 potje kalfsfond (350 ml) of runderbouillon
1 eetlepel tomatenpuree
2 laurierblaadjes
takje tijm (optioneel)
peper

Ontvlies de wangen en snijd de dikkere vetlaagjes eraf. Het dunne vetlaagje mag blijven zitten.
Laat 24 uur marineren in de wijn met knoflook en ui.

Haal de volgende dag de wangen uit de marinade. Zeef de marinade en bewaar de wijn. De wangetjes droogdeppen en door de bloem wentelen.
Aanbakken in half roomboter en half olie.
Niet zuinig zijn met bakvet. Haal het vlees uit de pan en apart zetten.

Voeg de wortel, ui, bleekselderij, knolselderij, tomatenpuree en spekblokjes aan het braadvet toe en bak deze even aan. Afblussen met de marinade.
De gedroogde pruimen, laurierblaadjes en de kalfsfond toevoegen en zet de afgedekte pan of schaal in de oven met een temperatuur van rond de 80 graden of in de slowcooker op de lage stand.
Slowcookers zonder temperatuur instelling in de stand LOW (let op niet de warmhoudstand!) of stel de temperatuur in op 80 graden.
Stel de timer in op 8 uur en controleer dan of de gewenste gaarheid is bereikt.

Haal de laurierblaadjes en indien gebruikt het takje tijm eruit, mix met de staafmixer en de inhoud tot een dikke saus. Wilt u wat ‘structuur’ in de saus gebruik dan de helft om te mixen.

Lekker met aardappelpuree, knolselderpuree of hutspot.

Zweedse gehaktballetjes met roomsaus

Köttbullar med gräddsås

Ingrediënten:

Gehaktballetjes:
500 gram gehakt
6 eetlepels paneermeel (+/- 60 gr)
1 ei
½ Ui , fijngehakt
1 teentje knoflook , fijngehakt/geraspt
1 theelepel zout
¼ theelepel nootmuskaat , geraspt of gemalen
¼ theelepel piment
½ theelepel gemalen peper
2 eetlepels peterselie , gehakt

Roomsaus:
3 eetlepels roomboter
3 eetlepels bloem
6 dl runderbouillon
2 dl room
zout en gemalen peper
sojasaus , een paar druppels

Bereiding:
Meng alle ingrediënten voor de gehaktballetjes door elkaar.
Vorm het gehakt met vochtige handen tot balletjes van redelijk formaat (25-30 stuks).
Bak de balletjes bruin in een grote koekenpan, bij voorkeur in een mengsel van boter en olie.

Haal de gehaktballetjes uit de pan en zet even aan de kant. Was de pan niet uit, maar giet een deel van het bakvet eruit.
Voeg de boter toe aan de saus in de pan. Roer de bloem erdoor. Laat het mengsel op middelhoog vuur onder voortdurend roeren goudbruin worden.

Verdun met de koude bouillon, beetje bij beetje, terwijl je voortdurend krachtig roert om klontjes te voorkomen.
Laat de saus 10-15 minuten op laag vuur pluttelen. Roer regelmatig en voeg tegen het einde van de kooktijd de room toe.

Breng de saus op smaak met zout en gemalen peper en bij voorkeur een paar druppels sojasaus (of worcestersaus).
Houdt de gehaktballetjes in de saus warm tot het serveren.

Lekker met aardappelpuree. Garneer met een beetje gehakte peterselie.
In zweden wordt dit vaak geserveerd met Vossenbessen (verkrijgbaar bij het grote zweedse meubelconcern als Sylt Lingon)