Ingrediënten:
300 gram wortelen – 5 eierdooiers – 4 eetlepels heet water – 200 gram suiker –
1 pakje vanillesuiker – 5 eiwitten – 1 theelepel zout – 250 gram gemalen hazelnoten -
8 eetlepels gezeefd wittebroodkruim (80 gram) – 1/2 theelepel bakpoeder – 1/2 theelepel gemalen
kaneel -1 eetlepel rum – geraspte schil van 1 citroen – boter om in te vetten
Voor het glazuur:
200 gram poedersuiker – 1 eetlepel cacao – 2 eetlepels rum -4 eetlepels heet water
Voor de garnering:
de schil van 1/2 sinaasappel
Bereiding:
Het ongewone van deze worteltaart is dat er helemaal geen bloem in
voorkomt. En juist daarom is het deeg na het bakken zo verrukkelijk
sappig. Eigenlijk hebben we hier te maken met een biscuitdeeg, waarbij
bloem en zetmeel door de worteltjes, noten en het wittebroodkruim worden
vervangen.
De wortelen goed afborstelen in ruim koud water en laten uitlekken. Op
een middelfijne rasp raspen. De eierdooiers in een kom met water zeer
luchtig roeren. Bij beetjes twee-derde van de suiker en de vanillesuiker
er goed kloppende aan toevoegen. Blijven kloppen tot beide soorten
suiker zijn opgelost.
De eiwitten met zout in een andere kom zeer stijf kloppen. Er tegen het
einde de rest van de suiker bij laten glijden en ook hier blijven
kloppen tot alle suiker in het eiwit is opgelost. De eiwitmassa op de
dooiermassa leggen en daarover de geraspte worteltjes, hazelnoten,
wittebroodkruim, bakpoeder, kaneel, rum en geraspte citroenschil leggen,
respectievelijk strooien. Dat alles voorzichtig door elkaar spatelen.
Een springvorm met doorsnede van 24 cm beboteren. Het deeg erin doen en
de vorm op de middelste richel van de voorverwarmde oven plaatsen.
Baktijd 60 minuten. Ovenstand: electrische oven: 160 C. gasoven (stand 3).
Voor het glazuur de poedersuiker boven een grote kom zeven. Er de cacao
door mengen en rum en water toevoegen. Roeren tot een glimmend glazuur
is ontstaan. De koek uit de oven even laten staan tot de grootste hitte
er vanaf is, daarna de vorm voorzichtig losmaken en op een rooster laten
afkoelen.
De bovenkant en de rand dik bestrijken met het glazuur.
Voor de garnering de sinaasappel met een dunschiller zo dun mogelijk
schillen en de schilletjes in kleine reepjes van 1 mm dik snijden. Deze
over het midden van de koek uitstrooien. Het glazuur nu laten opstijven.
Daarna, afgedekt, nog eens 2 dagen op een koele plaats laten staan om
door te trekken en pas dan serveren.