Ingrediënten:
800 gram staartstuk – 100 gram spek – 1 dl slagroom – 100 gram boter – 300 gram champignons – 4 tomaten – 0,5 dl madera – 1 dl witte wijn – 2 dl bouillon – 2 grote wortels , 2 grote uien – 1 bouquet garni – zout, peper
Bereiding:
Snij het spek in kleine blokjes. Piqueer het staartstuk met deze stukjes spek. U kunt ook met een lardeernaald werken. Schil uien en wortels en hak ze fijn. Smelt de boter in een pan en als ze heet is, sauteer dan het vlees aan alle kanten bruin. Geef er de wortel en ui bij. Plicheer en ontpit de tomaten. Als de wortel en ui gekleurd zijn, voeg dan de bouillon toe en de witte wijn, het bouquet garni en de tomaten, geef er zout en peper over, sluit de pan en laat ze 4 uur zachtjes, op klein vuur pruttelen. Maak de champignons schoon en snij ze in plakjes. Haal het vlees uit de pan, passeer de saus door een zeef, doe ze terug in de pan, voeg er de champignons bij en leg er het vlees op. Laat weer een uur sudderen. Voeg dan slagroom en madera toe en roer het er goed door. Snij het vlees in plakken, leg die op een voorverwarmde schaal en bedek het met de saus en de champignons.