Ingrediënten:
1 reerug – 80 gram boter – 1 dl aalbessengelei – 4 peren – 1 stukje kaneel – zout, peper – 5 dl rode wijn – 0,5 dl cognac – 2 sjalotjes – 1 ui – 1 wortel – 8 peperkorrels – 1 kruidnagel – 1 mespunt marjolein – 1 takje tijm – 1 blaadje laurier – 4 jeneverbessen – 0,3 dl olie

Bereiding:
Maak de marinade. Schil en hak de sjalot fijn. Schil de ui en de wortel en snij ze in schijven. Leg de groenten in een diepe schaal. Doe er de peperkorrels over, de jeneverbessen, kruidnagel, tijm en laurier. Ontvlies de reerug. Leg ze op de groenten, geef er zout en peper over, de cognac en de wijn en de marjolein. Geef er ook de olie over. Laat de rug 24 uur marineren en draai ze vaker om. Laat de rug dan uitlekken, droog ze af, smeer er de helft van de boter op en doe de rest in de braadslee. passeer de marinade. Leg de groenten en aromaten uit de marinade in de braadslee. Leg de rug op een rooster boven in een oven van 180 graden C. en laat ze 15 minuten per pond bakken. Doe het vocht van de marinade in een pan, voeg het stukje kaneel toe en breng het aan de kook. Schil de peren en snij ze doormidden. Haal het klokhuis weg en pocheer de peren 15 minuten in het vocht van de marinade. Giet ze af en houd ze warm. Leg de rug op een voorverwarmde dienschaal, omring ze met de peren, geef hier een lepel
aalbessengelei op en houd de schaal warm. Reduceer het vocht tot de helft, geef het in de braadslee, verhit enkele minuten, schraap alle aanbaksels los, passeer de saus en bind ze met twee eetlepels aalbessengelei. Schenk wat saus over de rug en serveer de rest in een sauskom.