Ingrediënten:
2 patrijzen – 75 gram spek – 2 uien – 1 sjalotje – 2 eetlepels rode wijn – 40 gram boter – 100 gram gepelde walnoten – zout, peper – 1 eetlepel slagroom
Bereiding:
Snij het spek in brunoise. Doe ze in een pan en smelt ze op zacht vuur. Als het vet heet is sauteren we er de patrijzen in, zodat ze aan alle kanten bruin zijn. Schil de uien en het sjalotje en snij ze in juliënne. Geef deze bij de patrijzen, laat ook deze onder af en toe roeren bruin worden. Geef er dan de wijn bij en peper en zout. Doe de deksel op de pan en laat 1 uur en 15 minuten zachtjes koken. Rasp de noten grof. Smelt 10 minuten voor het einde van de kooktijd 40 gram boter in een pannetje, doe hier de levertjes van de patrijzen en de noten in en sauteer onder voortdurend roeren gedurende 5 minuten. Haal ze dan van het vuur, doe er zout en peper over en druk alles door een zeef. Doe de compositie weer in het pannetje, voeg er de slagroom bij en houd het warm. Leg de patrijzen op een voorverwarmde schaal, passeer het kookvocht en geef het bij het notenmengsel, verwarm dit nog even en schenk het over de patrijzen.